Het Apeldoornsche Bosch is een instelling voor verstandelijk gehandicapten, alleen als je er rond loopt merk je dat er iets met het gebouw aan de hand is. Het hele terrein ademt een gevoel uit van een gat dat nooit meer helemaal gevuld kan worden. Dit verschijnsel is ook fysiek merkbaar. Er zijn veel lege ruimtes en de gezamenlijke ruimtes zijn doorgaans veel te groot voor de huidige cliënten en hun personeel.
Dit gevoel heb ik geprobeerd vast te leggen in foto’s. Ik maakte foto’s van de vele lege ruimtes (zie hieronder in de fotoreportage “echo’s van het verleden”) maar dat bleek moeilijk het gevoel weer te geven wat ik zocht. De foto’s van ruimtes waar nog steeds in geleefd werd, maar onnatuurlijk groot leken waren het meest sprekend. Ik probeerde die combinatie van huidig, dagelijks leven te combineren met het drukkende gevoel van de grote leegte. Ik fotografeerde de ruimtes met een groothoeklens om de ruimte nog groter te laten lijken.
Geschiedenis van het complex
Het Apeldoornsche Bosch was van 1909 tot 1943 een instelling voor verstandelijk gehandicapte joodse kinderen die naar inzichten van die tijd werden behandeld. Er kwamen in de loop der tijd steeds meer kinderen bij. In 1943 woonde er 1181 patiëntjes. Het leek erop dat de Duitsers Het Apeldoornsche Bosch met rust zouden laten, dat was een reden waarom er ook veel patiëntjes uit andere instellingen terecht waren gekomen. Men sprak in Apeldoorn zelfs van de “joden hemel.” Helaas bleek dat maar schijn.
Op woensdag 20 januari 1943 verscheen echter de Ordedienst van Kamp Westerbork, naar bleek, een dag te vroeg. Op het station van Apeldoorn werd ondertussen een goederentrein met 40 wagons gereed gemaakt. De helft van het personeel is in die nacht gevlucht en ondergedoken. In de nacht van donderdag 21 januari op vrijdag 22 januari 1943 werden alle patiënten, soms naakt, verward of in dwangbuis, door eenheden van de Waffen-SS en de Ordnungspolizei in vrachtwagens naar de gereedstaande goederentrein gebracht.
Deze trein vertrok de volgende ochtend om 7 uur en bracht de bijna 1200 patiënten en 50 van de personeelsleden, rechtstreeks naar Auschwitz, waar de patiënten bij aankomst direct zijn gedood. Van deze 1250 mensen heeft niemand het drama overleefd. Het resterende, in Apeldoorn gebleven personeel, is samen met de laatste ruim honderd Joodse Apeldoorners in een gewone trein naar Kamp Westerbork gebracht en werd vandaar uit gedeporteerd. Enkelen van hen hebben, net als een deel van degenen die ondergedoken waren, na de oorlog hun verhaal kunnen doen.
FOTO’S
2 Foto’s 15 cm breed, 10 cm hoog
Materiaal: Fotoprint
Overal op het terrein zijn herdenkingsplaten te vinden met teksten en foto’s over de oorspronkelijke bewoners, de vroegere functies van de gebouwen en de tragedie die zich hier heeft afgespeeld. In de gebouwen zijn veel lege ruimtes die worden afgewisseld door levendige sporen van huidig gebruik in hetzelfde gebouw. Hieronder een fotoreportage van dit fenomeen.
Een foto van de oude bewoners
Een gedenkplaat buiten op het terrein
Een monument buiten op het terrein
Vele lege kamers en ruimtes die in al die jaren onopgevuld zijn gebleven